Zomerhuik en zonnehoed

#Nul afval #Naaien #Huisgemaakte sits #Rimpelen en smokken (zie ‘technieken van Zaankogerland’)

De extreme gevolgen van klimaatverandering blijven in 2090 de natuurlijke biosfeer parten spelen, ook lang nadat veel gebieden – inclusief steden, dorpen en zelfs landen – door zeewater of bosbranden zijn verzwolgen.

De zomers kunnen op Zaankogerland verschrikkelijk heet zijn, met wekenlang tropische hittegolven van boven de 40 graden Celsius. De Zaankogerlanders moeten zichzelf dus goed beschermen tegen de verzwelgende hitte en de brandende zon, met name als ze naar buiten gaan. (Ze zijn dankbaar dat ze worden omringd door de zee: de nachten koelen wel degelijk af, heel anders dan in de overbevolkte, extreem versteende metropolen in niet-overstroomd Oostelijk Nederland).

Bij langdurige hitte dragen de Zaankoger vrouwen een zomerhuik of ‘hittehuik’. Dit is een rechte lap witte katoen die aan één kant is gerimpeld en gesmokt. De hittehuik kan óf rond de nek worden geslagen óf, net als de winterhuik, op het hoofd worden gezet.

De zonnehoed is wezenlijk een draagbare parasol. Al in de achttiende eeuw droegen Zaanse vrouwen zulke gigantische zonnehoeden, destijds omdat ze liever geen zonnetint wilden. De oorspronkelijke Zaanse en West-Friese zonnehoeden waren gemaakt van gevochten riet en gevoerd met stof. De Zaankoger zonnehoed is gesneden uit stevig karton (diameter 50 centimeter) en daarna geheel met katoen overspannen. Twee linten gemaakt van overgebleven katoen zijn aan de onderkant van de hoed gestikt en worden om de kin of om de haarknot in de nek gebonden, afhankelijk of de hoed op het voorhoofd of op het achterhoofd moet staan.


Schaal- en testmodel van de zonnehoed.

De katoen is een huisgemaakte sits. Het vlammenmotief is digitaal ontworpen, handmatig op de vooraf in galappelbeits geweekte stof aangebracht met ijzernat (zwarte lijnen) en ingekleurd met pigmentpasta van meekrap (rood) en geelwortel (geel).