Schort

 

 

#Nul afval #Naaien #Plantenverf (zie ‘technieken van Zaankogerland’)

In de wegwerpmaatschappij van begin 21ste eeuw, toen kleding zo spotgoedkoop werd aangeboden dat ze net zo achteloos werd aangekocht als afgedankt, kon niemand zich voorstellen dat ooit, nog niet eens zo heel lang geleden, de mensen zuinig waren op hun kleding en daarom een schort droegen. Bovendien stond het schort in de wegwerpperiode symbool voor ‘huishoudsloof achter het aanrecht’ en wilde de zichzelf respecterende, geëmancipeerde vrouw er niet dood in gevonden worden. Het schort was in de jaren tien van de 21ste eeuw derhalve niet veel meer dan een ludiek vaderdagscadeau voor achter de barbecue, dat vaker wel dan niet nog in de verpakking werd weggegooid, na eerst te zijn vergeten (of in geval van echtscheiding: genegeerd) in een diepe keukenlade. Maar eeuwenlang was het schort een zinvol, pragmatisch en zelfs lovenswaardig kledingstuk.

Het schort, dat allereerst was bedoeld om te voorkomen dat de kleding eronder (‘het goeie goed’) vies werd, was een multifunctioneel wereldwonder: een draagbare theedoek/pannenlap/handdoek/linnen tasje/zakdoek/babydoekje/washand/noodverband, en dat alles in één.

De Zaankogerlanders, vleesgeworden pragmatiek, hebben het kledingstuk per direct in ere hersteld en zelfs verheven tot ‘geuzenstatus’. Een Zaankoger vrouw draagt haar schort met trots en geheven hoofd.

Schorten zijn gemaakt van duurzaam en makkelijk wasbaar textiel, zoals linnen, denim en katoen. De schorten zijn daarnaast prachtig gedecoreerd, met symbolische motieven die iets vertellen over de totstandkoming van het eiland Zaankogerland na de Ergst Denkbare Overstroming.

Voor speciale gelegenheden wordt een extra bijzonder schort in de kast bewaard, namelijk eentje gemaakt van een antieke geborduurde merklap uit een nalatenschap. Ook het sierschort van de bruid wordt alleen bij gelegenheid gedragen omdat er elektronica in is verwerkt.

Het denim schort voor de herfst heeft een dessin van lasergesneden gaatjes in parametrische golven. Bij het wassen rafelen de randjes zodat er een motief van witte bolletjes ontstaat (het schort op de afbeelding is dus nog ongewassen). De rok is gemaakt van een vierkante lap en heeft aan de boven kant een trekkoordje. Omdat de denim lastig plooit is er een rand van soepele stof tussen het trekkoord en het schort gestikt.

Het linnen schort voor de winter heeft een dessin van gesjabloneerde vissengraten en wordt gedragen met een trekkoord. Het schort is gemaakt van een dubbele lap stof en heeft dus vier zijdes. Als één zijde vies is, wordt het schort met een andere zijde voor omgeslagen. Het hoeft zo minder vaak te worden gewassen.

Het lichtblauwe schort voor de lente heeft een gebatikt dessin van woest, wassend water en is gekleurd met het pigment van zwarte bonen. Week hiervoor zwarte bonen in water en zorg ervoor dat het zetmeel van de bonen op de bodem blijft, want het zetmeel tast de kleurkracht aan. Giet het blauwe water voorzichtig van de bonen af en dompel in dit verfbad de gebatikte stof. Laat een dag weken, spoel uit en strijk de batikwas uit de stof met keukenpapier en een hete strijkbout. Dit schort heeft een aangestikte tailleband en is vanuit het midden in model geplooid met scherp gevouwen platte plooien.